'Wat ik geleerd heb is, veel bewuster met het publiek omgaan'

Als presentatietrainer en presentatiecoach ben ik erg nieuwsgierig naar de ervaringen van professionals die bovengemiddeld veel presenteren. Volgens mij kunnen we hier veel van leren.
Dit keer deelt Timon Visser zijn presentatie-ervaringen. Hij is consultant medewerkersonderzoek bij Effectory. Op mijn vraag wat Effectory precies doet, vertelt Timon dat ze feedback van medewerkers of klanten teruggeven aan organisaties. Dit doen ze door medewerkers- of klantonderzoeken af te nemen en deze informatie zo goed mogelijk terug te koppelen. Door in te spelen op deze feedback kunnen organisaties verbeteren en hun doelstellingen bereiken. Het terugkoppelen gebeurt meestal door middel van een presentatie aan de top van een organisatie.
Timon geeft jaarlijks ongeveer 80 van deze presentaties. Hij is energiek, gepassioneerd en heeft een goed gevoel voor humor. Deze talenten zorgen ervoor dat hij goed kan laveren tussen serieus zijn en lichtheid.
Timon aan het woord:
Wat vind je het leukst aan je werk?
Voor groepen staan waarbij ik het publiek echt kan raken. Ik wil inzicht geven en mensen helpen om op een andere manier naar hun eigen organisatie te kijken. Als ik na een presentatie het gevoel heb dat mijn verhaal impact heeft, dan zit ik juichend in de auto terug.
Ben je altijd goed geweest in presenteren?
Aan de ene kant ben ik best een schijterd. Ik vind presenteren nog steeds spannend, maar wel minder dan vroeger. Dit komt omdat ik het nu veel doe en merk dat het goed gaat. Vroeger moest ik wel eens wat presenteren op mijn studie of mijn vereniging, maar verder deed ik het niet zoveel. Ergens had ik altijd wel het gevoel dat ik het kan, maar pas toen ik het regelmatig ging doen, zag ik dat dit ook echt zo is.
Welke talenten helpen je bij het presenteren?
Ik kan snel denken. Bij vragen heb ik 9 van de 10 keer een bevredigend antwoord. Mijn humor zorgt voor een goede sfeer. Ik ben gepassioneerd en serieus maar kan de spanning ook goed doorbreken met een grap op het moment dat dit nodig is. Mensen geven mij terug dat ik een prettige stem heb om naar te luisteren. Ik praat vlot maar wel duidelijk. Doordat ik energiek ben kan ik over het algemeen mensen boeien. Omdat ik zoveel bedrijven zie kan ik veel gebruik maken van anekdotes en voorbeelden. Dit is zeker een meerwaarde voor mijn presentaties.
Wat doe jij om met spanning om te kunnen gaan?
Als ik spanning voel doe ik ademhalingsoefeningen. Ik ga dan bewust even rustig in en uit ademen. Dit helpt mij om te ontspannen. Verder helpt het mij om mezelf goed voor te bereiden. Dit geeft vertrouwen. Ik gebruik overzichtelijke slides, omdat ik cijfers moet presenteren. Dan maak ik mijn verhaal in mijn hoofd en bedenk wat ik waar ga vertellen. Mijn gedachten schrijf ik bij de betreffende uitgeprinte slides. Ik schrijf verder niets uit. Bij gedachten kun je denken aan, ‘veiligheid in het team’. Dat is voor mij voldoende om mijn verhaal te kunnen vertellen. Ook helpt het dat er vaste stukken, die ik goed ken, in mijn presentaties zitten. Dit geeft mij houvast.
'Als ik na een presentatie het gevoel heb dat mijn verhaal impact heeft, dan zit ik juichend in de auto terug'
Ik hou de uitgeprinte slides met aantekeningen altijd bij mij tijdens de presentatie, maar kijk er eigenlijk nooit op. Soms kijk ik achteraf terug in de slides en zie ik dat ik drie of vier dingen helemaal niet genoemd heb. Maar dat maakt helemaal niet uit. Er is namelijk niemand in het publiek die dit weet.
Om met de spanning om te kunnen gaan, helpt het mij om ruim op tijd aanwezig te zijn. Het publiek komt dan pas binnen als ik er helemaal klaar voor ben. Dit kan niet altijd want soms ben ik ook een onderdeel van een vergadering. Dan kom ik binnen en zit iedereen mij direct aan te kijken. Dit is wel eens overweldigend. Vroeger ging ik dan gelijk beginnen. Nu neem ik eerst rustig mijn tijd om te zorgen dat alles werkt en pas dan ben ik er en ga ik van start.
Merk je dat de spanning minder wordt?
Ik doe dit nu 3 jaar en de spanning wordt inderdaad steeds minder. Maar soms kan het toch opeens weer spannend zijn, bijvoorbeeld laatst stond ik in een grote donkere zaal, waar het licht op mij stond en ik een microfoon moest gebruiken omdat de zaal behoorlijk vol zat. Dan voel ik in het begin wel weer spanning, maar dat gaat na de start vrij snel weg. Ik moet mezelf daar dan wel weer even overheen zetten.
Als de sfeer goed is dan gaat het direct lekker. Ik heb zelfs momenten gehad waarin ik mij zorgen maakte dat ik eigenlijk niet meer zenuwachtig was. Ik twijfelde dan of ik het wel goed deed. Ik heb de spanning namelijk ook nodig. Ik sta dan ‘aan’. Al mijn zintuigen staan dan op scherp. Dit helpt mij om impact te hebben.
Wat zijn belangrijke dingen die je geleerd hebt?
Wat ik geleerd heb is, veel bewuster met het publiek omgaan. In het begin was ik vooral gericht op de presentatie zelf. Nu begin ik direct met het stellen van vragen aan mijn publiek. Ik nodig daarmee mensen uit tot interactie. Ik zeg bijvoorbeeld: “Als ik iets zeg waar je het niet mee eens bent zeg het dan”. Hoe meer interactie hoe meer impact ik heb. Omdat ze er dan zelf over na gaan denken en omdat ik er op in kan spelen. De kwaliteit van de hele presentatie gaat omhoog. Hoe meer input uit de zaal hoe ontspannener ik word. Als ik een gesprek krijg, ontstaat er verbinding en kan ik nog beter toelichten waar het omgaat. Als dat het geval is, is de spanning ook helemaal weg. Dan gaat het lekker.
'Ik heb de spanning namelijk ook nodig. Ik sta dan ‘aan’. Al mijn zintuigen staan dan op scherp'
In het begin ben ik best wel eens de mist in gegaan door te stellig te zijn. Zo van: ‘Dit hebben jullie niet goed gedaan’. Nu gebruik ik eerder zinnen als: ‘Je merkt dat er hier ruimte is om te verbeteren’. Stelligheid kan weerstand oproepen. Neutraal dingen benoemen werkt soms beter. Wat overigens niet wil zeggen dat ik nooit meer stellig ben. Soms moet de knuppel in het hoenderhok en dient het de organisatie om juist wel stellig te zijn. Ik voel dit nu veel beter aan.
Wat is het doel van jouw presentaties?
Het is mijn doel om zoveel mogelijk impact te hebben. Bij Effectory richten we ons nu vooral op informeren en overtuigen als presentatiedoelen. Activeren als hoofddoel van onze presentaties is iets waar we ons de komende tijd meer op willen gaan richten. We willen nog een stapje verder gaan. We willen de vervolgstappen concreet maken. Het moet niet alleen een goed verhaal zijn, maar een goed verhaal met impact. Wat gaan jullie als directie nu doen? Wat zijn de stappen die jullie kunnen gaan zetten?
Chris Andersen, de drijvende kracht achter de wereldberoemde TED talks, vertelt in zijn eigen TED talk ‘What makes a great talk great’ dat sprekers zoveel mogelijk zichzelf moeten zijn. De spreker moet het verhaal vertellen zoals hij het aan zijn broer of zus zou vertellen. In hoeverre heb jij het gevoel dat je, jezelf kan zijn op het podium?
Collega’s geven mij vaak terug dat ik mezelf ben op het podium. Dit lukt vooral als ik mij comfortabel voel. Natuurlijk zijn er ook momenten waarop dit moeilijker is. Ik ga altijd voor een goede sfeer in een sessie. Dit is iets dat ik in mijn privéleven ook doe.
'Wat ik geleerd heb is, veel bewuster met het publiek omgaan'
Hoe meer je iets uit jezelf vertelt hoe oprechter het overkomt. Je ziet vrij snel of iets echt is of niet. Ik geloof heel erg in intentie. Als je intentie goed is vertel je het eerder vanuit jezelf. En als je intentie is om iets bij te dragen dan komt het ook echt uit jezelf. Soms zijn er directeuren die zeggen, ‘bedankt voor de feedback’, maar je voelt gewoon dat het niet waar is. Het is leeg. Daar prikt de luisteraar ook doorheen.
Als je vanuit een goede intentie vertelt, kom je dichterbij jezelf. Automatisch heb je dan de juiste intonatie en non-verbale communicatie.
Heb jij nog tips of inzichten die kunnen helpen om met meer ontspanning en plezier te presenteren?
1. Bedenk dat iedereen het spannend vindt. Je mag ook gerust benoemen dat jij het spannend vindt. Dit kan helpen om de spanning te doorbreken. Iedereen herkent dit. Zeg gewoon: “Dit doe ik niet zo vaak. Het is voor mij best wel spannend, maar ik ga het toch doen”.
2. Presenteer dingen waar je passie voor hebt. Vrijwel iedereen vindt het leuk om iets te vertellen waar je bevlogen over bent.
'Hoe meer interactie hoe meer impact ik heb'
3. Je denkt altijd dat mensen hele moeilijke vragen gaan stellen. Dit is meestal niet zo. Als je iets vertelt over een onderwerp waar je veel vanaf weet of waar je passie voor hebt dan weet je vaak 100 keer meer dan de mensen uit het publiek. Dus daar hoef je niet bang voor te zijn. Bovendien is het helemaal niet erg als je het antwoord niet weet. Je kunt prima zeggen: ‘Ik kom daar aan het eind van de presentatie bij je op terug’ of ‘dat zoek ik later voor je uit’.
4. You can’t please them all. Dit zeg ik altijd tegen mezelf. Dit helpt mij enorm. Op het begin vond ik dit overigens moeilijker dan nu. Dit komt omdat ik nu weet dat ik het over het algemeen goed doe.
5. Je denkt vaak dat iedereen in de zaal daar zit om jou te beoordelen, maar dat is helemaal niet zo. De mensen die binnenkomen hebben vaak van alles aan hun hoofd. Ze komen bijvoorbeeld net uit een stressvolle situatie, uit een andere vergadering, hebben trek of moeten nog boodschappen doen. Je maakt jezelf vaak groter en belangrijker dan je bent.
6. Ga meters maken. Probeer dingen uit en kom er achter wat wel en niet werkt. Je mag dus ook fouten maken. Hier leer je namelijk ontzettend veel van. Als je krampachtig probeert het altijd goed te doen, kom je niet verder.
Wat zou je zelf nog willen verbeteren aan je presentaties?
1. Neutraal en met de goede intentie lastige boodschappen brengen in politieke organisaties. Ik wil de boodschap brengen zonder dat ze het als een aanval zien. Een collega van mij is hier heel goed in. Hij houdt het heel neutraal en kiest heel bewust zijn woorden. In plaatst van, ‘dit kan je nog verbeteren’ zegt hij, ‘hier zie je iets gebeuren’.
2. Ik zou mijn non-verbale communicatie nog functioneler willen inzetten. Daar zou ik graag eens feedback op krijgen.
'You can’t please them all'
3. Om nog meer impact te hebben, wil ik als presentatiedoel mijn publiek nog meer activeren.
4. Ik zou meer kwetsbaarheid willen laten zien voor groepen. Dit doe ik nu soms al eens door voorbeelden uit mijn eigen leven te gebruiken.
5. Het is mijn valkuil om te veel aan het woord te zijn en te weinig vragen te stellen. Daarom wil ik nog verder werken aan mijn balans tussen leiding nemen als presentator en informatie uit het publiek halen.
Timon bedankt voor je openhartigheid. Ik heb er alle vertrouwen in dat de kennis die jij gedeeld hebt, anderen kan helpen om met meer ontspanning en plezier te presenteren.
Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit interview? Je kunt ze hieronder stellen. Ook voor een artikel geldt namelijk hoe meer interactie hoe meer impact.
Dit keer deelt Timon Visser zijn presentatie-ervaringen. Hij is consultant medewerkersonderzoek bij Effectory. Op mijn vraag wat Effectory precies doet, vertelt Timon dat ze feedback van medewerkers of klanten teruggeven aan organisaties. Dit doen ze door medewerkers- of klantonderzoeken af te nemen en deze informatie zo goed mogelijk terug te koppelen. Door in te spelen op deze feedback kunnen organisaties verbeteren en hun doelstellingen bereiken. Het terugkoppelen gebeurt meestal door middel van een presentatie aan de top van een organisatie.
Timon geeft jaarlijks ongeveer 80 van deze presentaties. Hij is energiek, gepassioneerd en heeft een goed gevoel voor humor. Deze talenten zorgen ervoor dat hij goed kan laveren tussen serieus zijn en lichtheid.
Timon aan het woord:
Wat vind je het leukst aan je werk?
Voor groepen staan waarbij ik het publiek echt kan raken. Ik wil inzicht geven en mensen helpen om op een andere manier naar hun eigen organisatie te kijken. Als ik na een presentatie het gevoel heb dat mijn verhaal impact heeft, dan zit ik juichend in de auto terug.
Ben je altijd goed geweest in presenteren?
Aan de ene kant ben ik best een schijterd. Ik vind presenteren nog steeds spannend, maar wel minder dan vroeger. Dit komt omdat ik het nu veel doe en merk dat het goed gaat. Vroeger moest ik wel eens wat presenteren op mijn studie of mijn vereniging, maar verder deed ik het niet zoveel. Ergens had ik altijd wel het gevoel dat ik het kan, maar pas toen ik het regelmatig ging doen, zag ik dat dit ook echt zo is.
Welke talenten helpen je bij het presenteren?
Ik kan snel denken. Bij vragen heb ik 9 van de 10 keer een bevredigend antwoord. Mijn humor zorgt voor een goede sfeer. Ik ben gepassioneerd en serieus maar kan de spanning ook goed doorbreken met een grap op het moment dat dit nodig is. Mensen geven mij terug dat ik een prettige stem heb om naar te luisteren. Ik praat vlot maar wel duidelijk. Doordat ik energiek ben kan ik over het algemeen mensen boeien. Omdat ik zoveel bedrijven zie kan ik veel gebruik maken van anekdotes en voorbeelden. Dit is zeker een meerwaarde voor mijn presentaties.
Wat doe jij om met spanning om te kunnen gaan?
Als ik spanning voel doe ik ademhalingsoefeningen. Ik ga dan bewust even rustig in en uit ademen. Dit helpt mij om te ontspannen. Verder helpt het mij om mezelf goed voor te bereiden. Dit geeft vertrouwen. Ik gebruik overzichtelijke slides, omdat ik cijfers moet presenteren. Dan maak ik mijn verhaal in mijn hoofd en bedenk wat ik waar ga vertellen. Mijn gedachten schrijf ik bij de betreffende uitgeprinte slides. Ik schrijf verder niets uit. Bij gedachten kun je denken aan, ‘veiligheid in het team’. Dat is voor mij voldoende om mijn verhaal te kunnen vertellen. Ook helpt het dat er vaste stukken, die ik goed ken, in mijn presentaties zitten. Dit geeft mij houvast.
'Als ik na een presentatie het gevoel heb dat mijn verhaal impact heeft, dan zit ik juichend in de auto terug'
Ik hou de uitgeprinte slides met aantekeningen altijd bij mij tijdens de presentatie, maar kijk er eigenlijk nooit op. Soms kijk ik achteraf terug in de slides en zie ik dat ik drie of vier dingen helemaal niet genoemd heb. Maar dat maakt helemaal niet uit. Er is namelijk niemand in het publiek die dit weet.
Om met de spanning om te kunnen gaan, helpt het mij om ruim op tijd aanwezig te zijn. Het publiek komt dan pas binnen als ik er helemaal klaar voor ben. Dit kan niet altijd want soms ben ik ook een onderdeel van een vergadering. Dan kom ik binnen en zit iedereen mij direct aan te kijken. Dit is wel eens overweldigend. Vroeger ging ik dan gelijk beginnen. Nu neem ik eerst rustig mijn tijd om te zorgen dat alles werkt en pas dan ben ik er en ga ik van start.
Merk je dat de spanning minder wordt?
Ik doe dit nu 3 jaar en de spanning wordt inderdaad steeds minder. Maar soms kan het toch opeens weer spannend zijn, bijvoorbeeld laatst stond ik in een grote donkere zaal, waar het licht op mij stond en ik een microfoon moest gebruiken omdat de zaal behoorlijk vol zat. Dan voel ik in het begin wel weer spanning, maar dat gaat na de start vrij snel weg. Ik moet mezelf daar dan wel weer even overheen zetten.
Als de sfeer goed is dan gaat het direct lekker. Ik heb zelfs momenten gehad waarin ik mij zorgen maakte dat ik eigenlijk niet meer zenuwachtig was. Ik twijfelde dan of ik het wel goed deed. Ik heb de spanning namelijk ook nodig. Ik sta dan ‘aan’. Al mijn zintuigen staan dan op scherp. Dit helpt mij om impact te hebben.
Wat zijn belangrijke dingen die je geleerd hebt?
Wat ik geleerd heb is, veel bewuster met het publiek omgaan. In het begin was ik vooral gericht op de presentatie zelf. Nu begin ik direct met het stellen van vragen aan mijn publiek. Ik nodig daarmee mensen uit tot interactie. Ik zeg bijvoorbeeld: “Als ik iets zeg waar je het niet mee eens bent zeg het dan”. Hoe meer interactie hoe meer impact ik heb. Omdat ze er dan zelf over na gaan denken en omdat ik er op in kan spelen. De kwaliteit van de hele presentatie gaat omhoog. Hoe meer input uit de zaal hoe ontspannener ik word. Als ik een gesprek krijg, ontstaat er verbinding en kan ik nog beter toelichten waar het omgaat. Als dat het geval is, is de spanning ook helemaal weg. Dan gaat het lekker.
'Ik heb de spanning namelijk ook nodig. Ik sta dan ‘aan’. Al mijn zintuigen staan dan op scherp'
In het begin ben ik best wel eens de mist in gegaan door te stellig te zijn. Zo van: ‘Dit hebben jullie niet goed gedaan’. Nu gebruik ik eerder zinnen als: ‘Je merkt dat er hier ruimte is om te verbeteren’. Stelligheid kan weerstand oproepen. Neutraal dingen benoemen werkt soms beter. Wat overigens niet wil zeggen dat ik nooit meer stellig ben. Soms moet de knuppel in het hoenderhok en dient het de organisatie om juist wel stellig te zijn. Ik voel dit nu veel beter aan.
Wat is het doel van jouw presentaties?
Het is mijn doel om zoveel mogelijk impact te hebben. Bij Effectory richten we ons nu vooral op informeren en overtuigen als presentatiedoelen. Activeren als hoofddoel van onze presentaties is iets waar we ons de komende tijd meer op willen gaan richten. We willen nog een stapje verder gaan. We willen de vervolgstappen concreet maken. Het moet niet alleen een goed verhaal zijn, maar een goed verhaal met impact. Wat gaan jullie als directie nu doen? Wat zijn de stappen die jullie kunnen gaan zetten?
Chris Andersen, de drijvende kracht achter de wereldberoemde TED talks, vertelt in zijn eigen TED talk ‘What makes a great talk great’ dat sprekers zoveel mogelijk zichzelf moeten zijn. De spreker moet het verhaal vertellen zoals hij het aan zijn broer of zus zou vertellen. In hoeverre heb jij het gevoel dat je, jezelf kan zijn op het podium?
Collega’s geven mij vaak terug dat ik mezelf ben op het podium. Dit lukt vooral als ik mij comfortabel voel. Natuurlijk zijn er ook momenten waarop dit moeilijker is. Ik ga altijd voor een goede sfeer in een sessie. Dit is iets dat ik in mijn privéleven ook doe.
'Wat ik geleerd heb is, veel bewuster met het publiek omgaan'
Hoe meer je iets uit jezelf vertelt hoe oprechter het overkomt. Je ziet vrij snel of iets echt is of niet. Ik geloof heel erg in intentie. Als je intentie goed is vertel je het eerder vanuit jezelf. En als je intentie is om iets bij te dragen dan komt het ook echt uit jezelf. Soms zijn er directeuren die zeggen, ‘bedankt voor de feedback’, maar je voelt gewoon dat het niet waar is. Het is leeg. Daar prikt de luisteraar ook doorheen.
Als je vanuit een goede intentie vertelt, kom je dichterbij jezelf. Automatisch heb je dan de juiste intonatie en non-verbale communicatie.
Heb jij nog tips of inzichten die kunnen helpen om met meer ontspanning en plezier te presenteren?
1. Bedenk dat iedereen het spannend vindt. Je mag ook gerust benoemen dat jij het spannend vindt. Dit kan helpen om de spanning te doorbreken. Iedereen herkent dit. Zeg gewoon: “Dit doe ik niet zo vaak. Het is voor mij best wel spannend, maar ik ga het toch doen”.
2. Presenteer dingen waar je passie voor hebt. Vrijwel iedereen vindt het leuk om iets te vertellen waar je bevlogen over bent.
'Hoe meer interactie hoe meer impact ik heb'
3. Je denkt altijd dat mensen hele moeilijke vragen gaan stellen. Dit is meestal niet zo. Als je iets vertelt over een onderwerp waar je veel vanaf weet of waar je passie voor hebt dan weet je vaak 100 keer meer dan de mensen uit het publiek. Dus daar hoef je niet bang voor te zijn. Bovendien is het helemaal niet erg als je het antwoord niet weet. Je kunt prima zeggen: ‘Ik kom daar aan het eind van de presentatie bij je op terug’ of ‘dat zoek ik later voor je uit’.
4. You can’t please them all. Dit zeg ik altijd tegen mezelf. Dit helpt mij enorm. Op het begin vond ik dit overigens moeilijker dan nu. Dit komt omdat ik nu weet dat ik het over het algemeen goed doe.
5. Je denkt vaak dat iedereen in de zaal daar zit om jou te beoordelen, maar dat is helemaal niet zo. De mensen die binnenkomen hebben vaak van alles aan hun hoofd. Ze komen bijvoorbeeld net uit een stressvolle situatie, uit een andere vergadering, hebben trek of moeten nog boodschappen doen. Je maakt jezelf vaak groter en belangrijker dan je bent.
6. Ga meters maken. Probeer dingen uit en kom er achter wat wel en niet werkt. Je mag dus ook fouten maken. Hier leer je namelijk ontzettend veel van. Als je krampachtig probeert het altijd goed te doen, kom je niet verder.
Wat zou je zelf nog willen verbeteren aan je presentaties?
1. Neutraal en met de goede intentie lastige boodschappen brengen in politieke organisaties. Ik wil de boodschap brengen zonder dat ze het als een aanval zien. Een collega van mij is hier heel goed in. Hij houdt het heel neutraal en kiest heel bewust zijn woorden. In plaatst van, ‘dit kan je nog verbeteren’ zegt hij, ‘hier zie je iets gebeuren’.
2. Ik zou mijn non-verbale communicatie nog functioneler willen inzetten. Daar zou ik graag eens feedback op krijgen.
'You can’t please them all'
3. Om nog meer impact te hebben, wil ik als presentatiedoel mijn publiek nog meer activeren.
4. Ik zou meer kwetsbaarheid willen laten zien voor groepen. Dit doe ik nu soms al eens door voorbeelden uit mijn eigen leven te gebruiken.
5. Het is mijn valkuil om te veel aan het woord te zijn en te weinig vragen te stellen. Daarom wil ik nog verder werken aan mijn balans tussen leiding nemen als presentator en informatie uit het publiek halen.
Timon bedankt voor je openhartigheid. Ik heb er alle vertrouwen in dat de kennis die jij gedeeld hebt, anderen kan helpen om met meer ontspanning en plezier te presenteren.
Heb je vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit interview? Je kunt ze hieronder stellen. Ook voor een artikel geldt namelijk hoe meer interactie hoe meer impact.